De Nederlandse ziekenhuizen laten nog veel geld liggen

De Nederlandse ziekenhuizen laten nog veel geld liggen. Dat is één van de boodschappen van het rapport “Wie doet het met wie in de zorg?” van KPMG Gezondheidszorg, welke op 10 juni 2013 is gepubliceerd.

In de editie van 2013 (het vervolg op het onderzoek in 2012) komen de onderzoekers tot 10 conclusies:

  1. Het aantal zelfstandige ziekenhuisbesturen daalt met ruim 23% ten opzichte van 2009 van 116 naar 111. De verwachting is dat het aantal verder zal dalen naar mogelijk zelfs 95 ziekenhuizen.
  2. De bestuurlijke indikking leidt niet tot minder locaties waar zorg wordt verleend. Op 297 locaties wordt ziekenhuiszorg geboden.
  3. Afgelopen jaar richtten beduidend meer bestuurders zich op fusies dan op coöperatievorming. Waarschijnlijk biedt de sturingsstructuur van een fusie meer slagkracht dan de overlegstructuur van de coöperatie.
  4. Zorgverzekeraars zetten langzaam maar zeker hun regierol in het Nederlandse zorglandschap op de kaart. Daarbij is een belangrijk verschil met vorig jaar dat nog maar een klein aantal bestuurders de ACM als een belemmering voor samenwerking ziet.
  5. Er is een opvallende stijging waar te nemen in het aantal ziekenhuizen dat gaat samenwerken om de zorgportfolio te optimaliseren. De samenwerking in de zorg lijkt langzaamaan te gaan leiden tot een nieuwe inrichting van het Nederlandse zorglandschap.
  6. De actuele keuze voor samenwerkingspartners leidt tot de regio als belangrijkste samenwerkingsas voor de zorginfrastructuur. Meest voorkomende samenwerking is de regionale samenwerking van één of meerdere topklinische ziekenhuizen met kleinere basisziekenhuizen in de omgeving. Alleen op de as van hoogcomplexe zorg is er sprake van landelijke samenwerkingsverbanden.
  7. In toenemende mate is sprake van een functionele en meer dynamische indeling van het Nederlandse zorglandschap, langs de assen van enerzijds complexe en basiszorg en anders acute en electieve zorg.
  8. Samenwerking vindt in toenemende mate plaats over de muren van het ziekenhuis heen. Er ontstaan zorgbrede regionale samenwerkingsverbanden waarbij het hele zorgsysteem wordt heringericht.
  9. Samenwerking op het gebied van zowel medisch ondersteunende als algemene ondersteunende diensten komt nog maar mondjesmaat tot stand. De samenwerking beperkt zich nu vooral tot de laboratoria en de facilitaire diensten. Met die ontwikkeling loopt Nederland achter op de directe omgeving (Duitsland, Verenigd Koninkrijk), waardoor de gezondheidszorg forse kostenbesparingen en kwaliteitswinsten laat liggen.
  10. Op het gebied van de ondersteunende diensten lijkt er een stevig winstpotentieel te behalen van 133 miljoen euro. Aandacht voor verzilvering van deze kansen zal de komende jaren onderdeel van de agenda van de bestuurder worden.

Het volledige rapport is hier te downloaden (Bron: KPMG)

Geen reactie's

Geef een reactie